Als Staatsolie als partner meedoet kan een put in 20 jaar de overheid ruim US$ 15 miljard opleveren. Santokhi schat dat de drie putten “met nog wat extra erop omdat ze waarschijnlijk veel groter zijn" US$ 50 miljard kan opbrengen. “Dat is enorm veel geld maar dat is niet wat ons rijk en welvarend gaat maken,” zegt hij erachter aan.
“Wij moeten goed beleid en goed bestuur ontwikkelen. We moeten ervoor zorgen dat de inkomsten uit de olie gaan naar duurzame ontwikkeling van andere sectoren, naar een Spaar-en Stabilisatiefonds en naar de volgende generaties.”
Santokhi laat optekenen dat de discussie over “wat er met de ontdekkingen en inkomsten daaruit moet gebeuren” allang gestart moest worden. Staatsoliedirecteur Rudolf Elias heeft de laatste jaren gepleit dat het nog vóór de eerste ontdekking werd gedaan, moest gebeuren. Santokhi deelt mee dat het Spaar- en Stabilisatiefonds niet functioneert, omdat de Staatsbesluiten om het operationeel te maken, nooit zijn gemaakt. Hij belooft dat deze in orde worden gemaakt. Staatsolie zit zelf ook in een moeilijk parket, geeft de president aan. “Staatsolie heeft zware leningen die afgelost moeten worden. Maar we hebben ook gezien dat heel wat inkomsten uit de olie- en goudsector waar we als volk aanspraak op maken, inderdaad allemaal verpand zijn.” Hierover zal de regering maandag meer duidelijkheid geven.
Staatsolie heeft om als volwaardige partner mee te doen bij het ontwikkelen van één oliegebied, ruim US$ 1.5 miljard nodig. Het bedrijf heeft verschillende mogelijkheden om geld op te halen om met meerdere operaties mee te doen. De beste manier om geld binnen te halen is op de internationale markt. Maar een goede creditrating van het land is daarbij erg belangrijk; investeerders stoppen makkelijker geld in bedrijven uit landen die hoog staan aangeschreven door de ratingbureaus. Dit helpt ook om de status van Staatsolie tot World Class te maken.
De president deelt mee dat er heel hard gewerkt wordt om de ratings te verbeteren. De huidige regering geniet veel vertrouwen bij de investeerders geeft hij aan: “De ratings zijn bij ons aantreden al wat verbeterd. Dat is op basis van het vertrouwen en het plan dat wij als incoming government hebben gepresenteerd over hoe we denken de financiële crisis aan te pakken.” Santokhi voert aan dat in de afgelopen twee weken vergaderd is met de banken, de Centrale Bank van Suriname, het IMF, de Wereldbank en IDB over de aanpak. Er is van gedachten gewisseld over hoe de schuldpositie van het land te verlichten en te herschikken. “Natuurlijk gaat dit leiden, als je goede oplossingen zoekt, naar een betere kredietwaardigheid van het land.”