AOW-gat Surinaamse Nederlanders wordt niet gerepareerd

Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen

Het kabinet voelt er niets voor het AOW-gat van Surinaamse Nederlanders te dichten. Wel kunnen zij een eenmalig bedrag krijgen, maar dat mag formeel geen verband houden met de AOW. De hoogte van dat bedrag wordt waarschijnlijk wel afhankelijk van de grootte van het AOW-gat: meer geld voor ouderen en minder voor jongeren. Minister Schouten van Sociale Zaken werkt aan een regeling waardoor Surinaamse Nederlanders met een AOW-gat een ‘tegemoetkoming’ kunnen krijgen. Hiervoor is in het regeerakkoord geen geld gereserveerd. Dat moet de komende weken tijdens het overleg over de Voorjaarsnota worden vrijgespeeld. Het ministerie van Sociale Zaken laat weten dat het kabinet nog geen besluit heeft genomen. ‘Berichtgeving is nu dus prematuur.’

Het gaat om een slepende kwestie die in de kring van Surinaamse Nederlanders hoog opspeelt. Bij de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 konden inwoners van Suriname kiezen. Zij waren Nederlander, maar als zij in Suriname bleven werden zij Surinamer. Degenen die naar Nederland kwamen, bleven Nederlander. In 1975 kwamen bijna 38 duizend mensen uit Suriname naar Nederland en bleven daardoor Nederlander. De twee jaar daaraan voorafgaand kwamen al ruim 27 duizend mensen hierheen.

Naarmate de tijd vorderde, werd hen duidelijk dat zij, hoewel zij altijd Nederlander waren geweest, geen volledige aanspraak op de AOW hadden. Wie de vijftig jaar voorafgaand aan pensionering ‘ingezetene’ is geweest, krijgt een volledige AOW-uitkering, anders wordt de AOW per ‘gemist’ jaar 2 procent lager.

De discussie draait om het begrip ‘ingezetene’. Volgens de wet is dat een inwoner van het Rijk der Nederlanden in Europa, dus Nederland. Zo is het in alle rechtszaken uitgelegd die Surinaamse Nederlanders vergeefs voerden om een volledige AOW te krijgen. Zij menen juist dat zij en Suriname tot de onafhankelijkheid volwaardig onderdeel van het Koninkrijk zijn geweest. Bovendien is er bij hun komst naar Nederland onvoldoende voorlichting geweest over de korting op de AOW. Die bleek pas bij hun pensionering. Daardoor voelen zij zich als tweederangsburgers behandeld.

Dat betoogde een commissie onder leiding van voormalig PvdA-politica Joyce Sylvester vorig jaar in een advies aan het kabinet. De commissie adviseerde om de korting op de AOW vanaf 31 juli vorig jaar ongedaan te maken. De commissie meent dat dit met een juridisch waterdichte regeling kan omdat het om een heel specifieke groep Nederlanders gaat. Daarnaast oppert de commissie om als gebaar een eenmalige uitkering uit te betalen.

Het kabinet vroeg daarover advies aan de Raad van State. Die houdt vast aan de strikt juridische uitleg van de AOW en aan de eerdere uitspraken van de rechter. Als het AOW-gat van Surinaamse Nederlanders wordt gerepareerd, dan schept dat een precedent waardoor ook andere groepen in de toekomst om ‘reparatie’ van hun AOW-gat of andere sociale regelingen kunnen vragen.

Het kabinet volgt de redenering van de Raad van State maar wil de Surinaamse Nederlanders met een AOW-gat wel tegemoet komen met een eenmalige uitkering. Dat klinkt simpeler dan het is, want die mag geen relatie hebben met het AOW-gat, om te voorkomen dat alsnog een precedent wordt geschapen voor andere groepen met een AOW-gat. Bovendien wil het kabinet oudere Surinaamse Nederlanders die al jaren fors gekort worden op hun AOW, meer geven dan jongeren die een minder groot AOW-gat hebben.

Complicerende factor is tenslotte dat oudere Surinaamse Nederlanders die alleen een verlaagde AOW krijgen daarbij een aanvulling kunnen krijgen tot het bestaansminimum. Om die aanvulling te krijgen, mogen zij geen ander inkomen zoals pensioen hebben en nauwelijks spaargeld hebben. Het probleem is dat, als zij nu een forse eenmalige uitkering zouden krijgen, zij die aanvulling kunnen kwijtraken. Het kabinet wil dit graag voorkomen, maar worstelt daardoor met de vormgeving van de regeling. (Volkskrant)