'Covid-maatregelen schenden basisburgerrechten'

Burgers op de openbare weg werd dinsdag staande gehouden door de Bikers Unit van het Korps Politie Suriname. Autobestuurders, inzittenden en bromfietsers moesten hun legitimatie laten zien. Foto: Irvin Ngariman  

Ook bromfietsers moesten dinsdag hun identificatie tonen.

Ricky Stutgard, voedseltechnoloog

Gaetano Best, advocaat gespecialiseerd in mensenrechten

PARAMARIBO - Met de wijze waarop de vrijheidsbeperkende maatregelen in verband met de coronacrisis worden afgekondigd en toegepast, worden grondrechten van de Surinaamse burger geschonden. Dat vinden zowel juristen als deskundigen in andere sectoren onder wie voedseltechnoloog Ricky Stutgard die publiekelijk zijn mening hierover heeft gegeven.

"Helaas hebben de critici gelijk. Op 28 april heb ik dit ook al onder de aandacht gebracht van de samenleving. Jammer genoeg heeft de overheid deze issue links laten liggen. Ik vind dat onacceptabel. De Staat mag niet zo achteloos omgaan met burgerrechten. Maar ik voelde me tot nu toe als een roepende in de woestijn", zegt Gaetano Best, advocaat gespecialiseerd in mensenrechten, tegen de Ware Tijd. Volgens hem weten niet alle burgers hoe de rechtsstaat werkt en waarom het belangrijk is dat de overheid zich te allen tijde aan de Grondwet houdt.

Zondag en maandag is een aantal maatregelen afgekondigd en toegelicht. Burgers zullen zich vanwege de lockdown tot en met 21 juni niet meer vrijelijk in het openbaar mogen bewegen. Wie zich op de openbare weg bevindt om bijvoorbeeld naar de winkel te gaan, moet minstens zestien jaar zijn en een identiteitsbewijs bij zich hebben. "Ik erger me zo aan dat geklungel. We hebben in Suriname geen wet Identificatieplicht. De politie mag alleen in geval van een stafbaar feit daarnaar vragen. En bovendien, in welke wet staat dat ik niet naar de winkel mag", zegt een andere jurist.

Ze geeft verder aan dat het de overheid is die niet in staat is geweest de grenzen adequaat af te sluiten waardoor mensen illegaal het land konden binnenkomen en zo het virus hebben meegebracht. "Elke keer als er besmettingen zijn is de lockdown verlengd met de incubatietijd. We kunnen toch niet eeuwig naar de haarden gaan zoeken? De hele wereld opent, al of niet gedeeltelijk. Suriname alleen gaat naar code Rood, straks paars om rare redenen. Ze doen net alsof iedereen bandeloos is", aldus de rechtsgeleerde. Desgevraagd zegt een politieman tegen de Ware Tijd dat de politie in het kader van ordehandhaving de burger wel naar diens identiteit mag vragen.

Best benadrukt, met zijn standpunt, niet te beweren dat de lockdown onterecht is. "Ik kan ook niet treden in het toetsen van de gegrondheid van de maatregelen, omdat ik geen epidemioloog ben. Maar in het algemeen ben ik het wel ermee eens dat rigoureuze maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat we in Suriname te maken krijgen met Ecudoriaanse toestanden." Hij is ervan overtuigd dat het Covid-19-managementteam de maatregelen heeft getroffen, "omdat ze nodig zijn om de verspreiding van het gevreesde virus het hoofd te bieden". "Dat niet iedereen overtuigd is van de noodzaak van de maatregelen komt, wat mij betreft, door het diepgewortelde wantrouwen tegen deze regering in grote delen van de samenleving. En geef ze maar eens ongelijk: deze regering heeft keer op keer bewezen het niet zo nauw te nemen met de wet", vervolgt hij.

De advocaat stelt dat artikel 16 lid 1 van de Grondwet bepaalt dat eenieder recht heeft op persoonlijke vrijheid. Lid 2 bepaalt dat niemand van zijn vrijheid zal worden beroofd, anders dan op gronden en volgens procedures, bij wet bepaald. Met deze laatste bepaling heeft de grondwetgever dus uitdrukkelijk willen voorkomen dat een ander dan de wetgever de bewegingsvrijheid van burgers inperkt. Het Amerikaanse Verdrag voor de Rechten van de Mens schrijft bovendien voor dat iedere beperking van een mensenrecht bij wet geregeld moet zijn, een geoorloofd doel moet hebben en noodzakelijk moet zijn in een democratische samenleving. Best: "Voormelde eisen zijn nauw met elkaar verweven. Immers zal uit de toelichting bij de wettelijke regeling waarbij het mensenrecht wordt beperkt, moeten blijken of het doel waarvoor de beperking plaatsvindt geoorloofd is en of de beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving."

Geheel in strijd met artikel 16 van de Grondwet, bepaalt artikel 4, lid 1 a van de wet Uitzonderingstoestand Covid-19 dat niet de wetgever, maar de regering bevoegd is tot het geven van richtlijnen aan of verplichten van burgers […] voor hun bewegingsvrijheid, aldus de jurist. Artikel 4 lid 2 van de wet Uitzonderingstoestand Covid-19 schrijft verder voor dat de specifieke maatregelen die door de regering worden getroffen in het kader van deze wet, bij presidentieel besluit worden vastgelegd. "Nog afgezien van het feit dat dit wetgevingstechnisch volkomen onjuist is, is er, voor zover ik heb kunnen nagaan, nimmer een presidentieel besluit in het Staatsblad gepubliceerd waarin enige Covid-19- maatregel wordt getroffen. En dat is buitengewoon ernstig."

Algemeen verbindende voorschriften, zoals een wettelijk verbod om je op de openbare weg te bevinden, moeten in het Staatsblad worden gepubliceerd. Besluiten van de regering betreffende algemeen verbindende voorschriften worden immers bij Staatsbesluit genomen en niet bij presidentieel besluit, zegt Best. Hij voegt eraan toe dat behalve met de Grondwet en het Amerikaanse mensenrechtenverdrag de Covid-19-maatregelen ook in strijd zijn met de onlangs afgekondigde wet Uitzonderingstoestand Covid-19.

Tijdens de briefing maandagavond in de Congreshal heeft Daniëlle Veira, coördinator van het Covid-19-managementteam, aangegeven dat de maatregelen zijn gebaseerd op een presidentieel besluit van 5 juni. "Volgens de Grondwet, had de wetgever - DNA en de president tezamen - dus nooit en te nimmer de bevoegdheid om de bewegingsvrijheid van burgers te beperken, mogen delegeren aan de regering of de president. Deze tekortkoming kan dus alleen worden weggenomen als het parlement weer bijeen komt om de wet Uitzonderingstoestand Covid-19 aan te passen. Maar dat zie ik helaas niet gebeuren", aldus Best.

Deze gang van zaken is buitengewoon jammer, zegt de jurist, "want op deze manier kan niet worden opgetreden bij overtreding van de maatregelen door ongehoorzame burgers. En dat terwijl artikel 9 lid 1 wet Uitzonderingstoestand Covid-19 stelt dat overtreding of niet-naleving van de verboden of maatregelen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden en een geldboete van de derde categorie". Zolang de strijdigheid van de maatregelen met de Grondwet en het Amerikaanse Verdrag voor de Rechten van de Mens niet wordt opgeheven, zullen de sancties echter moeten worden teruggedraaid door een rechter. "En dat doet afbreuk aan niet alleen de handhaafbaarheid, maar ook de effectiviteit van de maatregelen. En daar is niemand in Suriname mee gebaat", concludeert Best.

Burgers op de openbare weg werd dinsdag staande gehouden door de Bikers Unit van het Korps Politie Suriname. Autobestuurders, inzittenden en bromfietsers moesten hun legitimatie laten zien. Foto: Irvin Ngariman  

Ook bromfietsers moesten dinsdag hun identificatie tonen.